Artikel 29 De kenmerken van de echte kerk

Wij geloven dat we op grond van de Bijbel
zorgvuldig moeten onderscheiden wat de echte kerk is.
Want alle sekten die er tegenwoordig in de wereld zijn,
noemen zich ook de kerk. a
Daarmee bedoelen we niet de huichelaars in de kerk
die zich in de kerk tussen de oprechte gelovigen bevinden.
Ook al zijn zij fysiek aanwezig, ze maken niet echt deel uit van de kerk. b
Maar we bedoelen dat we de organisatie en de gemeenschap van de echte Kerk
moeten onderscheiden van alle sekten, die beweren dat zij de kerk zijn.

We kunnen de echte kerk herkennen aan de volgende kenmerken:
- de zuivere prediking van het evangelie c
- de zuivere bediening van de sacramenten, d zoals Christus die heeft ingesteld
- de uitoefening van de kerkelijke tucht, om de zonden te bestraffen e
Kortom, de echte kerk handelt in overeenstemming met de Bijbel, f
verwerpt alles wat daarmee niet overeenkomt g
en erkent alleen Jezus Christus als het Hoofd. h
Hierdoor kan men heel duidelijk de echte kerk herkennen
en niemand heeft een geldig argument om zich van haar af te scheiden.

De leden van de Kerk kan men herkennen aan het kenmerk van een christen: het geloof. i
Nadat zij de enige Zaligmaker Jezus Christus aangenomen hebben,
vluchten zij weg voor de zonde en jagen zij de gerechtigheid na. j
Ook hebben zij de ware God en hun naaste lief, k
ze wijken niet af van wat de Bijbel leert
en zij kruisigen hun oude mens met zijn begeerten. l
Dat wil niet zeggen dat zij geen zwakheden meer hebben,
maar door de Heilige Geest strijden zij daar tegen, hun leven lang. m
Zij nemen voortdurend de toevlucht tot het bloed,
de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Heere Jezus.
In Hem hebben zij vergeving van hun zonden, door het geloof in Hem. n

Een kerk is onecht of vals als ze aan zichzelf en haar regels
meer gezag geeft dan de Bijbel en zich niet onderwerpt aan het gezag van Christus. o
Zij bedient niet de sacramenten, op de wijze zoals Christus die in de Bijbel geboden heeft,
maar naar eigen goedvinden wijzigt zij (de bediening van) de sacramenten.
Zij baseert zich meer op mensen dan op Christus.
Zij vervolgt personen die toegewijd leven volgens Gods Woord
en die haar gebreken, hebzucht en afgoderij willen corrigeren. p
Deze twee kerken zijn gemakkelijk te herkennen en van elkaar te onderscheiden.

Bewijsteksten

a

Ik ken uw werken, verdrukking en armoede – u bent echter rijk – en Ik ken de lastering van hen die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn; zij zijn namelijk een synagoge van de satan. Openbaring 2:9

b

Ik zeg dit niet alsof het Woord van God vervallen is, want niet allen die uit Israël voortgekomen zijn, zijn Israël. Romeinen 9:6

Zij zijn van de waarheid afgeweken door te beweren dat de opstanding reeds heeft plaatsgevonden, en breken het geloof van sommigen af. Toch blijft het vaste fundament van God staan, met dit zegel: De Heere kent wie van Hem zijn, en: Ieder die de Naam van Christus noemt, moet zich ver houden van de ongerechtigheid. Maar in een groot huis zijn niet alleen voorwerpen van goud en van zilver, maar ook van hout en aardewerk. Sommige zijn voor eervol, maar andere voor oneervol gebruik.. 2 Timotheüs 2:18-20

c

Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Galaten 1:8

Maar voor het geval dat ik langer wegblijf, weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid. 1 Timotheüs 3:15

d

En hij zei tegen hen: Waarmee bent u dan gedoopt? En zij zeiden: Met de doop van Johannes. Maar Paulus zei: Johannes doopte wel een doop van bekering, maar hij zei ook tegen het volk dat zij moesten geloven in Hem Die na hem kwam, dat is in Christus Jezus, en nadat zij dat gehoord hadden, werden zij gedoopt in de Naam van de Heere Jezus. Handelingen 19:3-5

Zoals u nu bij elkaar samenkomt, is dat niet het eten van het Avondmaal van de Heere. Want bij het eten gebruikt iedereen van tevoren al zijn eigen avondmaal en dan heeft de één honger, terwijl de ander dronken is. Hebt u dan geen huizen om er te eten en te drinken? Of minacht u de gemeente van God en beschaamt u hen die niets hebben? Wat moet ik nu tegen u zeggen? Zal ik u hierin prijzen? Ik prijs u niet. Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt. Daarom, wie op onwaardige wijze dit brood eet of de drinkbeker van de Heere drinkt, is schuldig aan het lichaam en bloed van de Heere. Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker. Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt. 1 Korinthe 11:20-29

e

Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. Maar als hij niet naar u luistert, neem er dan nog een of twee met u mee, opdat in de mond van twee of drie getuigen elk woord vaststaat. Als hij niet naar hen luistert, zeg het dan tegen de gemeente. En als hij ook niet naar de gemeente luistert, laat hij dan voor u als de heiden en de tollenaar zijn. Mattheüs 18:15-17

In de Naam van onze Heere Jezus Christus, als u en mijn geest bijeengekomen zijn, in de kracht van onze Heere Jezus Christus, over te geven aan de satan, tot verderf van het vlees, opdat de geest behouden zal worden op de dag van de Heere Jezus. 1 Korinthe 5:4-5

Maar hen die buiten zijn, oordeelt God. En doe de kwaaddoener uit uw midden weg. 1 Korinthe 5:13

En wij bevelen u, broeders, in de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u afstand neemt van iedere broeder die ongeregeld wandelt en niet naar de overlevering die hij van ons ontvangen heeft. 2 Thessalonicenzen 3:6

Als iemand niet gehoorzaam is aan ons woord door middel van deze brief, maak hem als zodanig bekend en laat u niet met hem in, opdat hij tot inkeer komt. 2 Thessalonicenzen 3:14

Verwerp een ketters mens na een eerste en tweede terechtwijzing. Titus 3:10

f

Wie uit God is, hoort de woorden van God; daarom hoort u niet, omdat u niet uit God bent. Johannes 8:47

En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven. Johannes 17:20

En dezen waren edeler van gezindheid dan die in Thessalonica, want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren. Handelingen 17:11

Gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is. Efeze 2:20

Als u tenminste in het geloof blijft, gefundeerd en vast, en u niet laat afbrengen van de hoop van het Evangelie, dat u gehoord hebt, dat gepredikt is in de hele schepping die onder de hemel is, waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben. Kolossenzen 1:23

Als iemand een andere leer brengt en zich niet houdt aan de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus en aan de leer die in overeenstemming is met de godsvrucht. 1 Timotheüs 6:3

g

Beproef alle dingen, behoud het goede. 1 Thessalonicenzen 5:21

O Timotheüs, bewaar het u toevertrouwde pand, wend u af van onheilige, inhoudsloze praat en tegenstellingen van de ten onrechte zo genoemde kennis. 1 Timotheüs 6:20

Maar dit hebt u vóór, dat u de werken van de Nikolaïeten haat, die ook Ik haat. Openbaring 2:6

h

Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend. Johannes 10:14

Want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam. Efeze 5:23

En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. Kolossenzen 1:18

i

Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. Johannes 1:12

Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God. 1 Johannes 4:2

j

Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? Romeinen 6:2

Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen. Filippenzen 3:12

k

Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft. Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft? En dit gebod hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben. 1 Johannes 4:19-21

l

Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Galaten 5:24

m

Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik. Romeinen 7:15

Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. Galaten 5:17

n

Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. Romeinen 7:24-25

Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons. Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. 1 Johannes 1:7-9

o

Maar laten wij, opdat het niet nog verder onder het volk bekend raakt, hun met de grootste dreiging gebieden dat zij tot geen enkel mens meer in die Naam mogen spreken. En na hen geroepen te hebben, gaven zij hun het bevel helemaal niet meer te spreken of te onderwijzen in de Naam van Jezus. Handelingen 4:17-18

Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels. 2 Timotheüs 4:3-4

Ieder die overtreedt en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; wie in de leer van Christus blijft, die heeft zowel de Vader als de Zoon. 2 Johannes 1:9

p

Ze zullen u uit de synagoge werpen; ja, de tijd komt dat ieder die u doodt, denkt God een dienst te bewijzen. Johannes 16:2

hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren