De Bijbel delen wij in twee delen in: het Oude en het Nieuwe Testament.
Samen bevatten deze twee delen de 66 canonieke boeken.
Over deze boeken bestaat geen verschil van mening en ze zijn algemeen aanvaard.
Het Oude Testament bevat 39 boeken in deze volgorde:
De vijf boeken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium.
Jozua, Richteren, Ruth, 1 en 2 Samuël, 1 en 2 Koningen, 1 en 2 Kronieken.
(Het eerste boek van) Ezra, Nehemia, Esther en Job.
De Psalmen van David.
Drie boeken van Salomo: Spreuken, Prediker en Hooglied.
De vier grote profeten: Jesaja, Jeremia (inclusief de Klaagliederen), Ezechiël en Daniël.
Vervolgens de andere twaalf kleine profeten:
Hoséa, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha,
Nahum, Hábakuk, Zefánja, Haggaï, Zacharia en Maleáchi.
Het Nieuwe Testament bevat 27 boeken in deze volgorde:
De vier evangeliën: Mattheüs, Markus, Lukas, Johannes en de Handelingen der apostelen.
De veertien brieven van de apostel Paulus: Romeinen, 1 en 2 Korinthe,
Galaten, Efeze, Filippenzen, Kolossensen, 1 en 2 Thessalonicensen,
1 en 2 Timotheüs, Titus, Filémon en Hebreeën.
De zeven brieven van de andere apostelen: Jakobus,
1 en 2 Petrus, 1, 2 en 3 Johannes en Judas.
De Openbaring van de apostel Johannes.